Winter / Lente 2013

 

 

“…..wanneer…..Mijn volk,

waarover Mijn Naam is uitgeroepen,

in ootmoed buigt en bidt,

en zij Mijn aangezicht zoeken,

en zij zich bekeren van hun slechte wegen,

dan zal Ik vanuit de hemel horen,

hun zonden vergeven

en

hun land genezen.”

 

2Kron. 7:13,14

Lieve gebedsvrienden,

 

Het was een geweldige uitdaging. De regering van de destijdse Republiek van Zuid-Afrika, onder leiding van de premier Dr. Hendrik F. Verwoerd, schreef in 1966 een biddag voor regen uit. Op sommige plaatsen had het al zeven jaar niet geregend. En wat voor gevolgen had die biddag niet! Ik herinner me, dat ergens in een dorpje een oud vrouwtje die dag naar haar kerk ging, met een paraplu onder haar arm. Een kerkeraadslid zei tegen haar: “Maar, Tannie ( tante, getuigt van respect voor een oudere dame), ek sien Tannie het die sambreel (paraplu) saamgeneem”. “Natuurlik het ek”, antwoordde het vrouwtje, “dis tog waarom ek kerk toe kom. Ons gaan bid vir reën, en ek glo die reën gaan kom”. Terwijl de dienst aan de gang was, werd het bewolkt, en aan het einde van de dienst begon het te regenen. De regen kwam over het hele land, zelfs op dié plaatsen waar het zeven jaar niet geregend had…..

 

Toen de Duitsers ten tijde van Hitler Engeland begonnen te bombarderen heeft Koning George VI eveneens het volk gevraagd om te bidden, en de kerken liepen vol. Het gevolg was, dat Engeland niet op de knieën ging voor de Duitsers.

 

Wat een verschil met vandaag, en met ons land waar we zogenaamd “staat en kerk gescheiden” willen houden. En het gaat maar steeds verder bergafwaarts, zowel economisch als in de politiek waar het ene compromis na het andere faalt. Maar toch moeten deze dingen ons niet verontrusten, want de tijd waarin wij leven kunnen we terugvinden in de Bijbel, waarin we kunnen lezen, dat deze tijd  profetisch voorspeld is. Echt, we leven in de laatste dagen, en de Gemeente van Jezus Christus kan zich beter maar niet te veel gaan bezig houden met wat er in Brussel of in Washington beslist wordt, maar laten we onze ogen gericht houden op Israel en Jeruzalem. Bijna elke dag zien we daar profetieën, die bijna drie duizend jaar geleden uitgesproken zijn, bewaarheid worden. Halleluja!

Maar bovenal laten we ons voorbereiden op de grote oogst, die gaat komen, en op de terugkomst van de Heer naar deze aarde.

 

 

India

 

  

 

 

Hoewel mijn vrouw Jacoba en ik vorig jaar niet naar India konden gaan, gaat het werk daar gewoon door. De bovenste foto’s zijn bij een doopdienst van de gemeente van Past. Nova in Centraal Andhra Pradesh genomen, en hierboven staat hij met een aantal gemeenteleden bij het onlangs voltooide kerkgebouw .

 

 

Weduwen aan de maaltijd in Bapatla                                                        Het Avondmaalbrood wordt

door de Voorganger uitgedeeld

 

 

Dopen in de Golf van Bengalen (deel van de Indische Oceaan)

 

Ook in Bapatla aan de Indische Oceaan gaat het goed: de Gemeente aldaar verzorgt de minderbevoorrechten, en de Heere voegt dagelijks mensen die zalig worden, aan de Gemeente toe (zie Hand. 2: 47).

 

Een korte onderbreking

Jacoba en ik zijn er een paar dagen tussenuit geweest, samen met twee van onze kinderen en een van de kleinkinderen, dichtbij Winterberg in Sauerland in Centraal Duitsland. Eigenlijk was het een geschenk van hen aan ons. Het heeft ons goed gedaan om na twee jaar weer even weg te zijn van onze dagelijkse bezigheden. We konden genieten van de sneeuw daar, het is een ski-gebied, en heerlijk uitrusten!

 

                                         

Onderweg naar Winterberg                                                        Prachtige natuurtafarelen nabij Winterberg

 

 

 

Tenslotte

 

“…..wanneer gij de hongerige schenkt wat gij zelf begeert en de verdrukten verzadigt, dan zal in de duisternis uw licht opgaan en uw donkerheid zal zijn als de middag. En de Here zal u voortdurend leiden, u in dorre streken verzadigen en uw gebeente krachtig maken; dan zult gij zijn als een besproeide hof en als een bron, waarvan het water niet teleurstelt.”   -   Jes. 58:10,11

 

Onze stichting heeft een veelzijdige roeping:

-        Daar is het werk onder de prostituées in Groningen, het werk onder psychiatrische patiënten, en andere evangelische activiteiten.

-        Onze sociale activiteiten: verzamelen van kleding, schoeisel, bedden- en linnengoed, enz. voor armen in binnen- en buitenland, het dagelijks uitdelen van brood, enz.

-        Beschikbaarstelling van sta-caravans van de gemeente om er mensen tijdelijk op te vangen, die het moeilijk hebben.

-        We hebben o.a. een apostolisch mandaat voor de (voor namelijk) derde wereld, met name India, Zuid-Afrika en nu ook de Filippijnen; in India alleen al hebben we de geestelijke en fysieke  verantwoordelijkheid voor 350 gemeenten, vijf  Bijbelscholen, een aantal weeshuizen en twee tehuizen voor weduwen; verder de training van geestelijke leiders en aspirant-leiders, enz.

Uiteraard doen we dit werk, samen met onze werkers aldaar en hier met liefde en overgave, maar het kost geld om alles te laten doorgaan. En gedurende het laatste jaar hebben we een enorme teruggang gezien in de bijdragen van onze “achterban”, en dit komt niet omdat men niet meer geïnteresseerd is in ons werk, maar de economische, financiële malaise heeft hier mogelijk mee te maken. Maar toch hebben wij als Westerse Christenen een zekere verantwoordelijkheid naar onze broeders en zusters in armere landen, vooral waar dan ook nog een (grote) mate van vervolging is.

Doordat  Jacoba en ik niet naar India konden gaan, konden we wel een aantal achterstallige (financiële) verplichtingen in India nakomen, maar nu gaat het zeer moeilijk.

De Heer heeft ons altijd duidelijk gemaakt, dat we moeten doorgaan, ook al komen er moeilijke tijden. Maar weet u hoe frustrerend het is om in India het Woord te verkondigen, gastvrijheid te ontvangen, en dan weg te gaan met een “zegengroet van de Heer” ? Overal waar wij gaan behoren we de mensen ook te zegenen met materiële dingen. Niet voor niets zegt Jacobus : Stel, dat een broeder of zuster gebrek heeft aan kleding en aan dagelijks voedsel, en iemand uwer zegt tot hen: “Gaat heen in vrede, houdt u warm en eet goed”, zonder hen echter van het nodige voor het lichaam te voorzien, wat baat dit?– Jac. 2:15,16. Daarom zijn we zo dankbaar, dat we in het verleden op deze wijze tot zegen konden zijn voor vele, vele mensen in India. En dat dankzij u, lieve gevers. Nogmaals onze oprechte dank, en mag de Heer u rijkelijk hiervoor zegenen. Maar nu, juist nu, hebben we uw bijdrage hard nodig, natuurlijk uw gebed, maar ook uw financiële bijdrage, zij het onder de volgende voorwaarde: Laat ieder doen zoals hij in zijn hart voorgenomen heeft, niet met tegenzin of uit dwang, want God heeft een blijmoedige gever lief   -  2Kor. 9: 7.

 

 

India maakt een “geweldige economisch bloei” door, maar ook hier gaat dat ten koste van (miljoenen) armen. Percentagegewijs heeft er maar een hele kleine groep hier baat bij;  “de rijken worden steeds rijker, en de armen armer”  - waar hebben we dat meer gehoord? Geen wonder, dat wij geregeld verzoeken krijgen om financiëel bijstand te verlenen.

Evangelisatie moet vrij en kosteloos zijn   -   Dat heb ik ook meer gehoord (wat het ook al mag betekenen), maar het brengen van het Evangelie is niet kosteloos, beslist niet als het buiten onze grenzen gebracht wordt: vliegreizen, binnenlandse reizen (denk alleen maar aan India: de afstand  van noord naar zuid bedraagt ongeveer 4.000 km.), verblijfkosten, enz., ondersteuning d.m.v. voedsel voor de armen, en zo kan ik doorgaan. Per maand komen wij op het ogenblik ongeveer 500 euro te kort (alles ingesloten, dus voedsel, reizen, enz.). Het moet toch mogelijk zijn dat zo’n 20 mensen een bedrag van 25 euro kunnen bijdragen aan zo’n enorm project als het onze, of 10 mensen een bedrag 50 euro, of anders.

Wij van onze kant bidden en vertrouwen, dat Hij, Die dit goede werk door ons heen begonnen is, het zal voltooien. Wij zijn gewillig om te gaan, maar we zijn afhankelijk van andere leden van het Lichaam, die ons in staat stellen om te gaan waar de Heer ons naar toe zendt.

Er zijn uitnodigingen genoeg: o.a. naar India, de Filippijnen, Pakistan, Australië, Fiji eilanden, ook naar Zuid-Afrika waarover wij een woord van de Heer kregen: ”Kom over en help ons!”;  we gaan echter alleen naar dié landen waarvan we weten, dat de Heer ons er naar toe wil sturen.

 

Helpt u ons mee om anderen in liefde te helpen, en zodoende de Koninklijke wet te vervullen?  -  Jac. 2: 8.

 

Bij voorbaat onze hartelijke en oprechte dank!!!

 

Geniet intussen elke dag van Zijn zegeningen,

 

 

Dr. Hendrik Jan en Rev. Jacoba van Mourik

en

medewerk(st)ers

in

Nederland, India en Zuid-Afrika