09. De gaven van de Geest  -  II

 

 

De verschillende gaven

 

A.     Gaven van toerusting (door ons heen via de Heilige Geest)

      Gaven betreffende inzichten:

      Gaven van kracht:

      Gaven van openbaring:

 

B.      Bedieningsgaven

 

C.      Gaven betreffende dienstbetoon

 

 

A. Gaven van toerusting

 

                  Gaven betreffende inzichten

Het woord van wijsheid is een bovennatuurlijke openbaring van het verstand en doel van God, overgebracht (medegedeeld) door de Heilige Geest. Dit stelt iemand in staat om Gods wil bekend te maken aan de mensen. Het is de bekwaamheid om geestelijke principes toe te passen op hedendaagse problemen. Het moet worden benadrukt, dat de wijsheid in kwestie geen vleselijke of wereldse wijsheid is, maar de wijsheid van God.

Voorbeelden: - Jozefs uitleg van de dromen van farao (Gen.41:39-40);

- Salomo : de twee vrouwen met de baby (1Kings 3:16-28).

Dit is het vermogen om de waarheid te verstaan, welke onbekend is door natuurlijke middelen of wat niet eerder geleerd werd. Het is een bovennatuurlijke openbaring van het bestaan of natuur van een persoon of een ding, of de kennis van een bepaalde gebeurtenis, aan ons gegeven door de Heilige Geest voor een bepaald doel.

Voorbeelden: Nathan en David, na Davids zonde (2Sam.12:1-14);

- Petrus’ belijdenis van Wie Christus is (Matt.16:13-17).

Dit is de gave om in staat te zijn te onderscheiden of een geest van God is of niet.

Voorbeelden: - Matt.1:20-24, Acts 16:16-18.

 

                  Gaven van kracht

Dit is niet geloof voor redding, waardoor een mens gelooft in Christus. Paulus verwijst naar de speciale bekwaamheid God te vertrouwen in een situatie , die totaal onmogelijk lijkt vanuit menselijk oogpunt, de mogelijkheid om vast te houden aan God in gebed (over vele jaren indien nodig).

Voorbeelden: - Noach had deze gave van geloof in het geloven van God, dat er een vloed zou zijn, en handelend op dat geloof tegen alle kansen in en het gelach van zijn medebroeders, bouwde hij de ark (Gen.6-7);

- Abraham geloofde en vertrouwde God, totdat uiteindelijk na 25 jaar de belofte in vervulling ging (Gen.15-18 en 21).

Het is duidelijk, waarom deze gave genoemd wordt, samen met genezing en wonderen: de laatstgenoemde twee kunnen niet worden bewerkstelligd , tenzij ze worden vergezeld door geloof in God.

Deze gaven zijn voor de bovennatuurlijke genezing van ziekten en zwakheden, zonder natuurlijke middelen van enig soort. Deze gaven zijn wonderbaarlijke manifestaties van de Geest voor de bezwering van alle menselijke ziekten, hetzij organisch ,functioneel of die te maken hebben met zenuwen, acuut of chronisch. Genezing door deze gaven wordt bewerkt door de kracht van Christus.

Voorbeelden:  - Deze gave was aan het werk in het leven van Jezus;

- Petrus en Johannes, die de man bij de poort genaamd de Schone, genazen (Hand 3:1-10).

Een wonder is een bovennatuurlijke tussenkomst in de gewone gang van zaken; een tijdelijke opheffing van de gebruikelijke orde, een onderbreking van het systeem zoals wij dat kennen. De werking van wonderen werkt door de energie of dynamische kracht van de Geest in omkering of opheffing van natuurlijke wetten. Een wonder is een soevereine (onafhankelijke) actie van de Geest van God, ongeacht wetten of systemen.

Voorbeelden: - de oversteek van de Israëlieten door de Rode Zee (Ex.14:13-30);

- de oversteek door de rivier de Jordaan (Josh.3:9-17);

- de vele wonderen verricht door Jezus.

 

                  Gaven van openbaring

Profetie werd gewaardeerd door de mensen in beide Testamenten, omdat God hierdoor direct tot Zijn mensen (volk) sprak. Hij had zo gedaan door de profeten en profetessen van het O.T. en God had zo gedaan door Jezus, Die Profeet zoals Mozes, en ging daar mee door via geïnspireerde enkelingen of groepen getuigenis gevend van Jezus in woorden waar zij zelf niet aan gedacht hadden.

Het is niet makkelijk om precies helder te zijn wat vroege Christelijke profetie was, maar twee dingen zijn erg helder:

-                      het was een direct woord van God voor de situatie op dat moment door de mond van één van Zijn mensen; en

-                      het was duidelijke taal, welke geen enkele uitleg nodig had.

Profetie droeg bij aan de opbouw van het hele Christelijke lichaam , dat bijeengekomen was voor aanbidding. Het hart van de aanwezige ongelovigen werd getroffen, die verwonderd waren door de directheid en het belang van wat werd gezegd. Het liet zien, dat God inderdaad aanwezig was in de samenkomst (1Kor.14:4, 24-25).

Profetie kan niet worden omschreven als gewoon prediking of onderwijzing.

Dit is de mogelijkheid om te spreken in een taal, die de spreker niet heeft geleerd, niet begrijpt en die onbegrijpelijk is voor de toehoorder. Het spreken in tongen stelt een persoon in staat tot God te spreken in gebed (1Kor.14:2,14). Het opent een echte vrijheid in gebed. Het stelt een persoon ook in staat God te prijzen tot een diepte die voorheen onbekend was (Hand.2:4, 10:46).Degenen die deze gave van tongentaal ontvangen hebben, ontdekken bij zichzelf dat ze vrij zijn hun Hemelse Vader te prijzen, te danken, lief te hebben en te verheerlijken als nooit tevoren. Er wordt een nieuwe dimensie ervaren van prijzen en aanbidding.

De gave van tongentaal bouwt de persoon zelf op (1Kor.14:4), anders dan alle andere gaven, waarvan gezegd wordt, dat ze zijn voor de opbouw van het Lichaam. Tongentaal is gegeven, anders dan de overige uitingen van de Geest, tot ons voordeel (1Kor.12:7), omdat het de menselijke geest toestaat te bidden, zelfs wanneer het verstand onvruchtbaar is, omdat het niet kan begrijpen (1Kor.14:14).

Het lijkt zo te zijn, dat er twee dimensies voorkomen bij de gave van tongentaal:

-                      Het is die ene gave die beschikbaar lijkt voor alle gelovigen (voor persoonlijke opbouw); zie Jezus’ uitspraak in Markus 16:17, alsmede Paulus’ onderwijs ( 1Kor. 2:14) speciaal de aparte term verschillende soorten van tongentaal, die hij gebruikt (1Kor.12:10,28).

Deze gave lijkt ook het ene gemeenschappelijk bewijs, welke gewoonlijk volgt wanneer een persoon vervuld is met de Geest.

-                      Het is een gave die gegeven is (wordt) (zoals de anderen) aan bepaalde personen om te worden beoefend in een openbare bijeenkomst van Gods volk. Wanneer, echter, deze gave beoefend wordt in het openbaar, moet het worden vergezeld door de gave van uitlegging (van tongentaal). (1Kor.14:13,27-28), en dan is het voor de opbouw van het Lichaam (1Kor.14:5).

Op de dag van Pinksteren werden de talen gesproken door de discipelen in de bovenzaal verstaan door buitenstaanders. Tongentaal kan een herkenbare taal zijn of niet, afhangende van omstandigheden en de bijzondere gave van God aan de enkeling.

Deze gave is de mogelijkheid de betekenis te geven van wat is gezegd in een onbekende taal. De gave van uitlegging is een voorwaarde wanneer de gave van tongentaal  wordt beoefend in een openbare bijeenkomst. Net zoals de Geest iemand leidt te spreken in een tong die hij niet begrijpt, zo leidt dezelfde Geest iemand anders uit te leggen wat is gezegd of gezongen. De uitlegger voelt het aanzetten door de Geest om te spreken. Het is niet een directe vertaling, maar een uitlegging- een daad van geloof. Degenen die de gave van tongentaal hebben, worden door Paulus vermaand te bidden voor de gave van uitlegging (1Kor.14:13). Het is erg ongewoon iemand te vinden die de gave van interpretatie heeft, die zelf niet in tongen kan spreken.

 

 

B. Bedieningen

 

Het woord apostel komt van een Grieks woord, dat gezondene betekent. De apostel heeft een sterk besef van roeping. Apostelen trekken gewoonlijk rond en stichten kerken, waarover ze ouderlijk toezicht houden en zorg voor dragen.

Zij verkondigen Gods waarheid op een manier, die onvolkomenheden openbaart in het fundament van, en zonde in een kerk.

Zij hebben een speciale bekwaamheid en zalving om Gods waarheid te verkondigen aan hen die nog niet gered zijn. Evangelisten worden door God ook gebruikt om anderen toe te rusten voor evangelisatie.

Deze mannen zien toe op de kerk, zorgen voor de behoeften van Gods mensen (volk) en leren hen Gods waarheid.

De bovenstaande personen zijn begenadigd door God en zijn Gods gaven aan de kerk om de heiligen toe te rusten het werk van de bediening uit te voeren.

 

 

C. Gaven betreffende dienstbetoon

 

Dat is hierboven reeds behandeld

Deze gave stelt de individuele christen in staat om de behoeften van anderen te dienen op een manier die beide partijen zegent en Christus verheerlijkt. Het kan zich op elk gebied manifesteren (fysiek, financieel, sociaal of spiritueel). Dit geschenk geeft anderen kracht en bemoediging.

Dit is de mogelijkheid om de waarheid te verwerven en te verkondigen (te delen), zó effectief, dat mensen in staat zijn te leren, resulterend in veranderde levens.

Deze gave stelt een persoon in staat anderen te helpen door naast hem te komen staan en hem te motiveren en aan te moedigen en hem op te bouwen.

De gave van geven is de mogelijkheid geld en/of andere materiële bronnen te delen met de rest van het Lichaam zonder de gedachte daar zelf wat voor terug te krijgen op wat voor manier dan ook (Acts 4:36-37).

Het woord vertaald met leiden is van twee Griekse woorden, betekenende vóór en staan. Een leider is iemand die staat vóór anderen, richting gevend naar een algemeen doel. Hoewel het woord leiden in Rom.12:8 verschillend is van het woord besturen in 1Kor.12:28 , verwijst de gave naar dezelfde algemene functie van leiden.

De persoon met deze gave heeft de bovennatuurlijke mogelijkheid zich te vereenzelvigen met diegenen die in nood zijn en die te troosten. Hij/zij is in staat om naast hen te staan die lijden en tegenslag ondervinden, en om geestelijk en emotioneel met hen meeleven, en hun ondersteunen.

 

 

Er is een overlapping van de verschillende gaven. En het moet worden aangetekend, dat de gaven niet kunnen worden beperkt tot alleen de bovengenoemde. Er zijn andere, zoals je kunt afleiden uit wat Paulus zegt in 1Kor.7:7, waar hij zijn speciale God-gegeven vermogen om vrijgezel te blijven een charisma, een gave van genade noemt.

De bovenstaande, echter, zijn degenen die in het algemeen worden gebruikt in zetting van de kerk. We moeten God of Zijn Geest nooit beperken; elke bovennatuurlijke gave of bediening gegeven door God aan Zijn mensen is in feite het resultaat van Zijn genade (Zijn liefdevolle gunst aan ons, welke niet door ons verdiend is). Zij zijn genadegaven en zijn dus charisma. De gave van de Geest Hemzelf is een Charisma, en evenzo is de gave van redding. (Zie Rom.1:11-12, 5:15-16.

 

Daarom is het jouw verantwoordelijkheid uit te vinden welke gave(n) God je gegeven heeft, te leren hoe ze volgens het Woord van God te gebruiken, en deze gave(n) te beoefenen in liefde, zodat anderen er baat bij hebben, en dat allemaal altijd tot Gods glorie!

 

 

Hoe ontdek je jouw geestelijke gave(n):

                  geloof God en Zijn Woord;

                  bid dat God je wijsheid en begrip geeft;

                  weet wat de verschillende gaven zijn;

                  experimenteer met welke je dat kunt; kijk om je heen om te zien welke noden er zijn, en probeer iets te doen om aan deze noden tegemoet te komen;

                  onderzoek je gevoelens:

                  beoordeel je effectiviteit;

                  zoek bevestiging.